vrijdag 31 juli 2009

over mij

Op 5 december 1967 werd ik geboren in Isfahan, in een kamer die later mijn kamer werd. Mijn vader heeft het hele proces van verwekking tot en met de bevalling zelf gedaan, iets waarop hij altijd trots is gebleven.

Ik had een moeilijke jeugd. Na de revolutie en zeven jaar oorlog ging ik een studie doen die niet deugde in de ogen van Iraanse regering en in de ogen van mijn vader. Mijn vader wilde graag dat ik net als hij arts zou worden, wat ik absoluut niet wilde. Vanaf mijn kindertijd droomde ik ervan de beste schrijver van de hele wereld te worden – vandaar dat ik nu met dit weblog begonnen ben.

Ik studeerde Perzische literatuur en daarna oude Perzische taal en cultuur. Op mijn 19e werd ik verliefd op een meisje en met die liefde ben ik nog steeds bezig. Ondertussen is dat meisje een volwassen vrouw geworden. Een vrouw die bezorgd is over alles, over de vogels die ‘s ochtends zingen, over de poezen van de buren, over mij en over haar twee dochters. Twee prachtige dochters heb ik.

Sinds 1999 woon ik in Nederland. Ik heb hier sociaal-pedagogische hulpverlening gestudeerd. Waarom ? Ik weet het nog steeds niet. Sinds een jaar werk ik bij een welzijnsorganisatie in Groningen. Met plezier.

Ik kan meestal mijn mond niet houden. Ik kan ook heel goed overdrijven. Een paar weken geleden gebeurde er iets op mijn werk. Mijn leidinggevende was bezorgd over mij en hij zei: ‘We moeten oppassen dat het niet escaleert; het is beter als je de komende tijd op je woorden past.’ Toen ik thuiskwam zei ik tegen mijn vrouw: ‘Mijn leidinggevende heeft gezegd dat ik mijn bek moet houden.’ Tot mijn verrassing zei mijn vrouw: ‘Dank hem daarvoor. Dat probeer ik al 22 jaar tegen jou te zeggen, maar het lukt me niet. ‘

En als laatste: ik kan niet tegen drie dingen:

Vrouwen met een neuscorrectie
Neppe bloemen
Mensen die liegen

woensdag 29 juli 2009

Mijn Land

Hand in hand
Lopen we op straat
Het regent
Ik luister naar je handen

Zullen we naar het bos gaan

Zo meteen wordt je lichaam
Mijn land

Tijdens de terug weg
Helemaal nat
Willen we ons graag
Alles nog een keer herinneren
En het voor altijd vergeten

Overlevenden

Een eenzijdig gesprek

Hallo, met Haji. Goedemorgen, hoe gaat het met je? Met mij goed, dank je. Ja, ik heb het gehoord. Het is vreselijk, ik ben ontzettend verdrietig. Niet voor hem, hij heeft nu geen pijn meer, nee, ik ben vooral bezorgd over jou.
Een maand geleden al, ja…. sorry, ik had eerder moeten bellen maar ik dacht dat je het druk had. Dat ik nooit op bezoek ben geweest bij hem… ik kon het gewoon niet aan. Hij was zo’n grote sterke man, ik kon het niet verdragen om hem hulpeloos in bed te zien liggen. 48 kilo op het laatst, echt waar? Wat is het toch een rotziekte. En jij, kun jij het een beetje aan? Ja, dat is ook zo, voor mij was het precies hetzelfde toen Zahra overleed, de eerste tijd ging het wel, Ali en Hassan kwamen dagelijks langs, maar dat hield al snel op. En dan blijf je alleen achter.
Met mijn kinderen gaat het goed, dank je. Ali heeft net een dochter gekregen…dankjewel, doe de groeten ook aan je dochters.
Wat ben je stil, wat is er? Huil je? Als je zo door gaat dan maak je jezelf kapot. Je kunt niet blíjven rouwen, daar bereik je niets mee. Nee, ik weet het, maar toch.
Luister, ik belde alleen om te zeggen dat je altijd bij mij terecht kunt. In dit vreemde land hebben we niemand meer, we moeten elkaar helpen.
Je kunt nu wel zeggen dat je goed contact met je kinderen hebt, maar dat is tijdelijk, over een paar maanden ben je alleen. De kinderen hebben hun eigen leven, dit is Europa, je kunt niet teveel van je kinderen verwachten. En die vrouwen uit de moskee, ach, zij weten toch niet werkelijk wat je hebt doorgemaakt. Ik weet dat je een goede gelovige vrouw bent, maar echte steun kun je van die kant toch niet verwachten. Jij hebt veel meegemaakt, het is nu tijd om rust te nemen.
Maar wat ik je wil zeggen: de deur van mijn huis staat altijd voor jou open… Graag gedaan. Ik weet nog hoe het vroeger was, toen je vaak bij ons op bezoek kwam. Ik proef nog de smaak van die dikke soep die je maakte en bij ons langs bracht toen Zahra ziek was,…Nee, ik kan nog steeds niet koken. Voor mij is het ook niet gemakkelijk, hoor. Als je langskomt, dan kun je mij misschien leren koken. O, je hebt geen tijd, da’s jammer. Maar wacht even, hang nou nog niet op, beloof me dat je een keertje bij mij op bezoek komt, ik wil graag nog eens in je mooie bruine ogen kijken… ja, met de kinderen mag ook, maar kinderen hebben meestal geen tijd om mee te komen. Kom een keer alleen, we hebben veel te bespreken.
Hallo? Hajar? Hallo, ben je daar? Shit, verbinding verbroken. Die verdomde kpn ook.

2 maart 2009