donderdag 29 oktober 2009

Het geheugen van graven

Vorige maand maakte ik kennis met een oude Iraanse man . Hij vertelde over zijn zoons, die ooit alledrie vastzaten. Op een dag kreeg hij bericht van de gevangenis dat zijn zoon Ali geëxecuteerd was en dat hij zijn lijk kon komen ophalen. Zo ging dat in de jaren tachtig.
In de gevangenis werd hij naar de koelruimte gebracht, waar het lijk onder een witte doek lag. Toen hij de doek terugsloeg, zag hij dat niet het lijk van Ali, maar dat van Hossein eronder lag. Hij schreeuwde: ‘Dit is mijn ándere zoon!’ De gevangenismedewerker zei: ‘O, sorry’, en leidde hem naar een ander lichaam. ‘Kijk, hier is ook Ali.’
Niet lang daarna werd ook zijn derde zoon geëxecuteerd.
Bij de meeste begraafplaatsen is een gebied speciaal bestemd voor geëxecuteerden. In de jaren tachtig gebeurde het ook vaak dat in één nacht veel mensen tegelijkertijd geëxecuteerd werden. Omdat het tijd kostte om de lijken één voor één aan de ouders te geven, werden ze allemaal in tegelijk in een massagraf begraven. Daarna werden de ouders geïnformeerd waar hun kinderen begraven waren. In dat speciale gebied mogen geen grafstenen of andere opvallende gedenktekens geplaatst worden. Ouders markeren de plaats waar hun kind begraven is meestal met een baksteen of een stuk hout.
Regelmatig wordt het gebied met een bulldozer schoongeveegd.
De man begroef zijn drie zoons in het gebied voor geëxecuteerden. Hij vertelde dat hij vaak naar hun graven ging, omdat hij dichtbij woonde. ‘Elke keer als de bulldozer was geweest, zette ik weer iets nieuws op de plaats waar mijn zoons lagen. Zo kon ik hun graf blijven herkennen. Voor veel anderen was dat moeilijk. Zij woonden in andere steden of dorpen en konden maar een keer per maand of twee maanden komen. Omdat de herkenningstekens dan verwijderd waren, wisten ze niet meer waar het graf van hun kinderen was.’
Op den duur kwamen de ouders eerst naar zijn huis en dan gingen ze samen naar de begraafplaats, waar de man de juiste plaatsen aanwees. ‘Ik deed het graag, ze waren mijn lotgenoten. Ik zag hoe diep hun verdriet was. Vaak herkende ik hen nauwelijks meer, omdat ze in korte tijd ongelofelijk oud waren geworden.’
Als ik ooit terugga naar Iran, zal ik hem vragen mij de begraafplaats te laten zien, de vlakke grond die geschikt is om een tulpenplein te worden.

Khawaran, de bekendste begraafplaats in de omgeving van Teheran.

Gezegd wordt dat hier duizenden mensen begraven zijn.

vrijdag 23 oktober 2009

met jou zijn betekent eenzaamheid

Als iemand de granaatappelboom kapt, zal zijn huis instorten


tegenwoordig met deze e-mail

heeft straks niemand meer een postzegelcollectie

met Latijnse letters heb ik Perzisch

leren schrijven :

ik houd van jou

je moet het ook leren lezen



treinen staken in verband met onderlinge ruzie tussen de rechtse regering en de vakbond

een meisje met kaalgeschoren hoofd die voorbij gaat

twee duiven vrijen onder een bankje

een man met een lange baard die langer is dan het hoofdhaar van mijn vrouw

ik weet niet

wie de duiven van de heilige Imam Ismaeil voert



een foto van Isfahan

ik hield van de maand april

toen reizigers mijn stad teruggaven

aan mij

op het wereldbeeldplein

dat geen café had

ik groette elke dag de muren van de bazaar



ik houd van mijn vrouw

wij liefkozen elkaar elke nacht

en denken aan onze oude slaapkamer

op een nacht werden de ramen kapotgeslagen

stond een dronken man tegen de muur te pissen

droomden wij dat onze toekomst niet meer in Isfahan lag



als je via internet alle soorten kleding kunt bestelen

waarom zou ik dan niet willen dat mijn lichaam naar de geur van je jas zou ruiken



van

jou

voor

jou

met

jou

heb

ik

van

voor

met

alles



je heb mijn e-mail adres niet

maar toch

wanneer ik het venster open doe

wens ik dat je schrijft

hoe gaat het met je?

dan zal ik jou terugmailen

het is vreselijk





Een stel (midden dertig) zoekt een ander stel voor spannende dingen. Als jullie interesse hebben, kunnen jullie ons mailen, liefst met een foto. Mannen alleen krijgen geen antwoord terug





als mijn vader jaren geleden

op vrijdag om tien uur die boom niet had gekapt

had hij hem zeker op dezelfde dag gekapt



ik wil terug naar Isfahan

waar de helft van de wereld wordt genoemd

ik heb de Zayande rivier nodig

om mijn tranen te drogen



mijn vrouw houdt van mij

wij liefkozen elkaar elke nacht

en denken aan de hond van de buren

die ‘s nachts tegen onze slaapkamermuur pist

ze droomt soms dat iemand mij

met een giftige dolk steekt

en een ambulance zo snel mogelijk

die giftige dolk naar elders brengt



heb je ooit tegen jezelf gezegd:

ik ga naar bed

dromen

word wakker en hoor

wat ik zie, is een leugen



ik ben niet de enige die twintig pilaren van zijn leven in het water heeft gesmeten



nog een foto van Isfahan

Said Ebne Mossayyeb zegt:

ik schaam me niet dat ik geen afstammeling ben van de profeet Mohammad, omdat ik uit Isfahan kom.



de postbodes worden niet meer verliefd

ooit gaf hij mij een brief

ik opende hem

nieuws van de dood van mijn neef

jij bent levend

en zal ook nooit sterven

op een regenachtige dag passeerde

de lijkwagen alle stoplichten



een foto van een kat

doe hem weg

een afgelegen gebied

hij komt eerder dan jij terug naar het huis wat nu een weg geworden is

duidelijk dat het uitbreidingsplan van een stad de economie kan bevorderen,

desondanks niet de huidige vorm van de stad aantast

steigers maken de steeds groeiende steden alleen maar mooier

geen enkele straat wordt benoemd naar de naam van een dichter



men zegt dat elke hongersnood uit Isfahan komt.



deze woorden komen mij niet bekend voor

ik lees ze met veel moeite

hoewel hier het derde handschrift niet bestaat



mijn stad is mijn taal die

mijn moeder mij heeft geleerd

hij zit in mijn hoofd

en ik moet

van van

van voor

en van met

van hem

houden

hoewel jij nooit in die straat geweest ben

jij

jij met je jas die dezelfde kleur heeft

als die grijze wolken

donderdag 15 oktober 2009

Wonderen

De familie van mijn vrouw had ons uitgenodigd voor het eten, zodat ik kennis kon maken met de 90-jarige Iraanse dichter Jabani, die hier in Nederland op bezoek was. Ik wist dat hij uit het noorden van Iran kwam.
Toen ik binnenkwam en mezelf introduceerde, vroeg hij mij van welke stam ik ben. Ik vertelde dat ik alleen wist dat mijn voorouders 500 jaar geleden in het noorden van Iran woonden maar waarom wist ik niet.
De dichter vertelde dat hij onderzoek had gedaan naar mijn voorouders en dat zij hun geboortestad toen moesten verlaten vanwege bedreigingen door de toenmalige koning. Volgens hem was mijn voorvader een heilige man die wonderen verrichtte, en hij vertelde dat hij op water kon lopen.


Onderweg naar huis was ik stil. Mijn vrouw zei: “Ik neem aan dat je met je nieuwe artikel bezig bent, dat je zo stil bent”. Ik zei: ”Natuurlijk. Stel, over 500 jaar krijgen onze achterachterachterkleinkinderen die in het noorden van een land wonen, te horen dat hun voorouders van Isfahan naar het noorden van Nederland zijn gevlucht. Dat is toch best interessant, of niet? Er is alleen een verschil tussen mij en mijn voorvader: ik kan zelfs niet zwemmen en ik moet gewoon elke week voor mijn weblog iets schrijven.”

donderdag 8 oktober 2009

Yaqhot

Iedereen die de afgelopen vijftig jaar in Teheran woonde, weet wie Yaqhot is. Vijftig jaar lang was zij elke dag te vinden op het Ferdrossiplein, in haar rode jurk en met een rode bloem in haar hand. Nu weet niemand waar ze is. Iedereen kende het verhaal van Yaqhot: Zij was verliefd op een man en had met hem afgesproken op het plein. Zij zou een rode jurk dragen en een rode bloem bij zich hebben. Haar geliefde kwam niet. Er werd gezegd dat hij onderweg een ongeluk had gekregen, maar zeker weten deed niemand het. Yaqhot kwam elke dag opnieuw naar het plein, in haar rode jurk en met een rode bloem in haar hand. Kinderen plaagden haar en jonggeliefden gaven haar geld om hun liefde te beschermen. Na de revolutie mocht zij niet meer zonder hoofddoek rondlopen. Soms gebruikte zij een rode lap als hoofddoek, maar vaak liep zij met onbedekt hoofd op het plein. Zo’n dertig jaar geleden maakte Fereshte, een Iraanse zangeres, een liedje over Yaqhot: ‘In een stad waar jij niet bent, zijn alle straten leeg en is alles schijn’. Ongeveer vier jaar gelden heeft Fereshte dit liedje weer gezongen. Op Youtube kun je het liedje horen, en de beelden van Yaqhot zien. Ook kun je haar antwoord horen op de vraag van een journalist of ze verliefd is. Zij zegt: ‘Natuurlijk niet, ik ben toch geen jong meisje meer.



Ik denk dat haar lot hetzelfde is als het lot van zovele dak- en thuislozen: ergens dood aangetroffen worden, een paar maanden in een koelkast van een ziekenhuis liggen en dan anoniem begraven worden. Nu blijven maar twee vragen over: Hoe kan een plein zonder haar het symbool van de liefde blijven? Aan wie moeten nieuwe geliefden geld te geven om hun liefde te beschermen?

vrijdag 2 oktober 2009

Martina Hinges

Het is jammer dat Martina Hinges niet door ging. Toen ze verloor, werd ze boos. Zij gooide raket op de grond. Zij kon finaal niet bereieken. Ik huilde toen. Ik wilde bij haar zijn, haar knufellen, haar troosten. Ik droom bijna elke nacht over haar. Het is grappig als ik haar in mijn dromen zie, dan zijn mijn ogen niet meer branderig. Zelfs vannacht heb ik haar in mijn droom aangeraakt. Ik mocht haar handen in mijn handen hebben. toen ik wakker werd, deden mijn ogen pijn.
Als je als een asielzoeker in Nederland woont heb je minder mogelijkheid tot medische behandeling. Ondanks alle beperkingen, heeft mevrouw Tinieke van medische opvang van asielzoekercentrum mij drie keer naar ziekenhuis gestuurd voor een onderzoek voor mijn ogen. Artzen hebben veel onderzoeken gehad maar ze konden niets vinden, volgens hen is alles psychisch. Vervelend is dat mijn ogen branderig zijn en rood worden. Toen tennis-toernooi begon, ging slechter met mijn ogen maar toch heb ik alle wedstrijden van Martina gezien.
Ik woon in een kleine kamer. Mijn kamer is in eerste verdieping. Het gebouw bestaat uit drie verdipingen. Elke verdieping heeft 8 kamers. WC, douch en keuken zijn gezamenlijk. Mijn kamer bestaat uit een stapelbed, een kleiene tafel, een koelkast en twee rode stoelen. Elke kamer is bedoeld voor twee personen. Ik heb geluk gehad dat ik afgelopen drie maanden geen kamergenoot gehad heb. Ik maak elke dag mij kamer schoon vooral afgelopen dagen die Martina speelde. Voordat haar wedstrijd begon, zorgde ik dat mijn kamer schoon was, dan schonk ik twee thee. Een voor mijzelf en een voor Martina. Als haar wedstrijd afgelopen is, staat haar thee nog. Mischien houdt ze niet van thee.
Hier binnen dit azc heb ik alleen contact met een landgenoot. Hij heet Hamid.twee dagen gelden toen ik twee thee had geschonken, kwam Hamid binnen. Hij zei heel gemeen tegen mij: Is die thee van mij? Ik werd boos. Hij wist dat het niet van hem was. Hij zei ook: Martina is niet mooi, zij heeft een lange voorhoofd. Ik zei tegen hem: voor mij maak het niet uit of ze een lange voorhoofd heeft of niet. Hamid heeft een kamergenot die Feridoon heet. Hij lacht iedereen uit. Ik wil geen contact met hem en ik heb gevoel dat hij Hamid naar mij stuurt om informatie te verzamelen.
Ik heb gevoel dat Hamid veel dingen aan hem doorverteld en ’s avonds zodra mensen bij elkaar komen gaan ze mij uitlachen. Hamid zegt dat ’s avonds gaan mensen bij elkaar. Hier in AZC heb je geen echte dag besteeding. Er zijn weinig mogelijkheden. Volgens Hamid zijn twee groep Iraniers die elke avond bij elkaar komen. een groep gebruikt opium en de andere groep mengt vodka met bier. Het mengen van bier en vodka noemen ze: satandronken en ze bedoelen dat als je met die combinatie dronken wordt dan zul je God ook niet meer herkennen. Hamid zegt dat hij elke avond met een groep meegaat. Ik probeer die twee groepen zo minder mogelijk te zien. zelfs als ik iets moet kopen, ga ik tien voor zes naar de winkel. Het is het moment dat weinig mensen in de gangen zijn. de supermarkt is ook vrij leeg. Maar toch lukt mij altijd niet. Paar dagen geleden toen ik naar supermarket wilde gaan, trof ik de ene groep. Ze waren met ze vieren. toen ik langs hun liep, zei iemand iets over Martina. Ik werd woest en ik ging naar de groep toe en zei: willen jullie weten of ik verliefd op haar ben, ja het is zo. Elke kamer heeft ook tv, jullie kunnen ook van haar houden. ik ben niet gek.
Hamid zat op de stoel en vroeg of hij die thee mag drinken. Ik zei dat ik voor hem nieuwe thee zal zetten. hij vroeg mij of ik ook vroeger sport deed. Ik zei: ja zeker. Ik was voetballer maar in zaal. Futsal heet het. Ik was ook erg goed in. Ik herinner me nog Het was twee jaar na de revolutie toen ik 12 jaar was. Ik deed met een toernooi, die wijkgericht was. Het was de laastse wedsterijd van ons en met gelijk speel of winnen, werden we champion. Het was de laastse minuut van wedstrijd en wij waren 1 . 0 achter. Toen heb ik van lange afstand geschoten en het was onglooflijk maar ik maakte een doelpunt. Ik kreeg geen mogelijkheid om te juichen.. Opeens kwamen paar soldaten plus een jonge Imam binnen de zaal. Iedereen moest stopen met voetbal en iedereen moest naar hem luisteren. Imam was heel lang aan het praten. Ik weet niet meer wat hij allemaal zei. De enige zin die ik nog herinner was zijn advies. Zijn advies voor jongens in pubertijd. Hij zei: als jullie met lust naar een vrouw kijken, dan zorgt god dat in de hemel van jullie ogen vuur naar buiten zou komen.vergeet nooit kijk nooit naar vrouwen raar. Mijn ogen deden pijn. Ik had gemerkt dat ik door pijn al lang mijn ogen dicht had gedaan. toen ik mijn ogen opende, was Hamid weg. Hij wachte zelfs niet totdat een thee van mij kreeg. Mischien had hij genoeg onderwerpen voor rodel ronde van vanavond.
Even later kwam een medewerker van asielzoekercentrum. Zij vertelde mij dat mijn asielverzoek ongegrond verklaard was. Volgens haar komt binnen kort de vreemdeling politie bij mij en ze zullen mij op straat zetten. het had geen zin om weer tezeggen dat ik zeven jaar oorloog mee gemaakt heb.
Toen ze weg ging merkte ik dat mijn ogen nat waren. Ik wist niet of ze tranen waren of afscheidingen van mijn ogen. Ik begon hard tegen Martina zeggen: waar ben je in gods naam. Kom even kijken hoe ik klein ben geworden. Ik weet niet meer zodra ik op straat terecht komt, waar kan ik en televisie vinden om jou weer te zien. help mij. mijn ogen deden pijn. Ik goot de thee van Martina in een kleine bord en ik probeerde mijn ogen met thee te wassen.

April 2002 / maart 2009