vrijdag 28 augustus 2009

Fakhri

De vriendschap tussen mijn vrouw en Fakhri duurde slechts drie maanden. De vriendschap begon met het vertalen van een Nederlandse brief. Wij waren pas negen maanden hier en mijn vrouw kon al heel goed Nederlands spreken en lezen. In het asielzoekerscentrum werd ze snel bekend en de meeste landgenoten kwamen bij haar met de vraag of zij hun brieven wilde vertalen. Hoewel Fakhri eerder dan wij naar Nederland was gekomen, was haar Nederlands niet zo goed.
Zelf heb ik Fakhri twee keer gezien. Een keer van dichtbij en een keer uit de verte. Wat opviel was haar korte haar. Volgens mijn vrouw zou ze mooier zijn als ze haar haar liet groeien. Dat zei ze ook tegen Fakhri toen ze haar nog maar net kende. Fakhri werd boos en zei dat zij liever kort haar had. Fakhri had ook een dochter, Arezo van zes. Haar haar was ook kort. Mijn vrouw zei tegen mij dat Fakhri gewoon lui was en geen zin had om het haar van Arezo en haarzelf te verzorgen.
De eerste brief die mijn vrouw voor Fakhri vertaalde, was van de IND, die voor de vijfde keer het asielverzoek van Fakhri en haar dochter afwees. De reden was een vervalst document dat de man van Fakhri aan de IND gegeven had. Toen Fakhri dit hoorde, riep ze boos: ‘Welke man? Waar is hij dan?’
Toen mijn vrouw bij Fakhri op bezoek ging, zag ze dat Fakhri met een jonge man samenwoonde. De man was erg jong en mijn vrouw maakte uit zijn accent op dat hij uit het noorden van Iran kwam, terwijl Fakhri van het platteland uit het midden van Iran kwam. Mijn vrouw zei: ‘Een trotse vrouw van het platteland met een jonge man uit het noorden is een mooie combinatie. Een combinatie die alleen in Nederland mogelijk is.’ Mijn vrouw vond dat Fakhri een lelijke jonge man had gevonden, met haar dat langer was dan dat van haarzelf. Zij waren beiden al negen jaar zonder verblijfsvergunning in Nederland en kenden elkaar twee jaar. Toen mijn vrouw en Fakhri elkaar wat beter kenden, zei Fakhri tegen haar: ‘Deze man is mijn wraak tegen Gholam. Ik weet dat hij lelijk is, maar ik zal tot het eind van mijn leven bij hem blijven. ‘
Mijn vrouw vertelde dat Fakhri acht jaar geleden met haar man Gholam naar Nederland kwam. Toen ze twee jaar hier waren, werd Arezo geboren. Vanaf het eerste moment dat zij in het AZC waren, liet Gholam Fakhri alleen om bij alleenstaande landgenoten die ook in het AZC waren wiet te roken. Gholam was een trotse man die zich vernederd voelde door hoe hij in Nederland behandeld werd. Hij wilde met wiet dingen vergeten. Daarin was hij niet de enige. De hele dag in een kleine kamer zitten en niets doen maakt iedereen gek. Fakhri vertelde mijn vrouw dat Gholam na Arezo’s geboorte verslaafd was geraakt. ‘Hij moest elke dag gebruiken. Na een jaar was die verdomde wiet niet meer genoeg. Toen begon hij met opium, maar opium was nauwelijks verkrijgbaar in ons AZC. Daarom moest hij een vervanger vinden, en wat was er beter dan dat witte poeder.’
Fakhri vertelde: ‘Het kostte veel geld. Wij konden zelfs geen eten meer voor Arezo kopen.’ Toen Arezo drie werd ging Fakhri naar een medewerker van AZC en vertelde alles. De medewerker regelde dat Fakhri het leefgeld voor haarzelf en Arezo apart kreeg. Maar de situatie werd alleen maar erger. Elke week als ze geld kregen, ging Gholam eerst drie dagen met zijn geld drugs kopen en daarna kwam hij bij Fakhri om geld. Hoe afhankelijker hij van de drugs werd, hoe agressiever hij werd. Op een avond ging het zo mis dat Fakhri naar de beveiliging ging. Met Arezo werd zij naar een vrouwenopvanghuis gebracht. Na een paar weken kwam de politie op haar geheime adres. Zij moest meekomen naar een ziekenhuis. Eerst dacht ze dat Gholam ziek was, maar ze brachten haar naar zijn lijk. De politie vermoedde zelfmoord. Fakhri zei tegen mijn vrouw: ‘Ik wenste hem dood, maar niet zo dat ik hem niet kon herkennen. Hij had zichzelf onder de trein gegooid.
Na Gholams zelfmoord werd Fakhri naar dit asielzoekerscentrum overgeplaatst. Zes maanden later begon ze een relatie met de lelijke jongen. Een jongen die zelfs geen sigaretten rokt.
De laatste keer dat mijn vrouw terugkwam van een bezoek aan Fakhri, was zij verdrietig. Wat is er aan de hand, vroeg ik haar. Ze zei: ‘Weet je, wij zijn geen goede mensen. Wij roddelen te veel. Fakhri had wel lange haren en zij was met lange haren inderdaad erg mooi.’ In die nacht dat zij naar debeveiliging ging, was Gholam bij haar geweest. Hij wilde geld. Fakhri had geen geld. Toen werd Gholam boos, pakte Fakhri van haar haar en nam haar mee naar de kamer van de dealer. Fakhri zei: ‘Toen hij mij zag, lachte hij. Gholam wachtte buiten en toen ik naar buiten kwam, drukte met mijn handen mijn kleding. Ik had het gevoel dat ik geen kleren aan had. Sindsdien geniet ik nergens meer van. Zelfs niet van die jongen.’
Drie dagen nadat ze naar het ziekenhuis ging om Gholam te identificeren , ging ze met Arezo naar zijn begrafenis. Toen ze kist in de aarde lieten zakken, zei Arezo: ‘Mama, wij moeten snel weg. Ik ben bang dat papa wakker wordt en weer mij gaat slaan.’

juli ’09
Redactie:

1 opmerking:

  1. waarom heb ik dit verhaal nooit eerder van jullie gehoord?
    wat een trieste verhaal :( ..
    erg mooi geschreven moadab!
    Gr.
    Azar

    BeantwoordenVerwijderen